en iedereen was model geworden
we waren zo hol zo hongerig
je kon iets anders over ons heen schuiven
wij stonden ergens voor
we keken niet achterom
gedachtes over onszelf welden op
uit onze kleine beeldschermen
weer anderen mensen vonden op die manier rijkdom
niet langer verbonden we het geluid in schelpen met de zee
iedereen was model geworden
we stonden voor iets anders
we dansten dicht op de boxen
we keken daarbij van elkaar weg
naar onze eigen lichamen
we keken niet achterom

illustratie Jesse Muller

we omlijnden onze ogen matzwart
we dronken aperol spritz en jägermeister
wij bleekten onze tanden glitterend wit
wij droegen hoge broeken om onze heupen
klikten er desgewenst ook bultige tasjes omheen
we woonden in steden we fietsten we fotografeerden onszelf – met filters
ook objecten waaronder cactussen houten zonnebrillen
en multi colored rainbow my little ponies
waar mogelijk bedienden we ons van ironie
dat weer model stond voor onaantastbaarheid
wij vergaven onszelf onze sexes en wisselden deze om
we droegen kettinkjes met onze namen om onze gespierde halzen
we tatoeëerden onze onderarmen met woorden als
‘destiny’ ‘true love’ en ‘forever and ever’
we lieten als de haargroei het toeliet baarden staan

wonderlijk genoeg hield dit op
wij hielden op model te staan
toen wij onze matgelakte teennagels doopten in het maanwater
stil en opaque was het tevoorschijn gekomen uit de horizon
-raar
misschien was het achter de wolkenkrabbers neergekomen
of opgeweld uit gebarsten en gekraakt asfalt
wij weten dit niet zeker
we kijken niet achterom
feit is dat wij niet langer wezensvreemd in lenzen staren
maar ruisen als plankton nu
zacht kabbelend oplichten in het maanwater
dat om ons is
ons wiegt en omsluit
dat onze vragen naar vorm beantwoordt door onze monden te vullen
niet met een symbool
niet met iets dat voor iets anders staat
maar met maanwater zelf dat uit de tijd is gekomen
en barstensvol vervuld is van zichzelf
– echt heel wonderlijk