‘Ik tuur naar het rode lakwerk, neergestreken op mijn nagels
Soms net buiten de lijn
Gehesen in roze schoeisel met een verdwaald haartje op mijn teen

Subtiel, doch onhandig
wurm ik mij vervolgens in een jurk
Die een andere maat geworden lijkt

Mijn vingers dompel ik stiekem in het glas
Het hindert niet
Toch niemand die het ziet

Mijn haren houd ik zorgvuldig in het gareel
Voor blikken die wellicht onverwachts naar binnen glippen

Ongezien
Alles op orde
De buitenwereld zal mij niet betrappen