Aan de toonbank bij de bakker werd er druk geroddeld. Een vrouw die bijna aan de beurt was voerde het hoogste woord: ‘En ze weet niet wie de vader is.’
‘Nee,’ zei de vrouw achter haar. ‘Is zij niet ook juffrouw op de zondagsschool?’
De bakkersvrouw voegde toe: ‘Ze droeg vaak van die korte rokjes, en ze lachte altijd zo overdreven naar mijn man. Altijd al geweten wat voor één dat er is.’
‘En ze was niet nuchter ook, toen het gebeurde.’ De eerste vrouw weer. ‘Mijn dochter zei dat het op een feestje was gebeurd. En die vriend van haar wist helemaal niks, helemaal niks, dat zie je toch aankomen met zo’n meisje. Dat komt niet uit de lucht vallen.’
Toen ik vanuit het halletje de winkel binnenliep om een halfje bruin te bestellen, stokte het gesprek. Dat was niet verbazingwekkend want ze roddelden over mijn nichtje Marlien. Ik deed of ik niets had gehoord. Ik wist wel waarom over haar geroddeld werd.
Op het verjaardagsfeestje van oma, drie weken eerder, had Marlien me toegefluisterd: ‘Sanne, heb je nou al een keer met een jongen gezoend?’
Op het eerste gezicht leek haar vraag belangstellend, maar ik hoorde die toon van haar; ik zag hoe ze keek. Eigenlijk zei ze: Wat gek dat jij nog nooit verliefd geweest bent en nooit over jongens praat. Ik ben maar negen maanden ouder dan jij, heb verkering en ga over twee jaar trouwen. Al sinds mijn veertiende spaar ik voor Douwe Egberts waardepunten. Mijn Pinterest staat vol met plaatjes van meubels, servies en trouwjurken. Jij bent nog niet eens aan je uitzet begonnen.
Ik was inderdaad nooit verliefd geweest, en in mijn dagboek had ik mij vertwijfeld afgevraagd of ik wel verliefd kon worden op een jongen. Mijn Pinterest stond weliswaar vol mooie mannen, maar voelde ik er echt iets bij? Had Marlien mijn dagboek soms gelezen? Voordat ik het wist, zei ik: ‘Ik ben begonnen te sparen voor mijn uitzet.’
Ik liep gelijk door naar oma die een paar stoelen verder zat, om haar te vragen of ze voor mij zegels wilde sparen voor het Albert Heijn Wedgewood servies. Oma stemde toe. ‘Wat krijg ik toch al grote kleindochters’ zei ze glimlachend. Het vreemde gevoel dat Marliens vraag bij me teweeg had gebracht ebde weg toen oma naar me lachte. Totdat een oom riep: ‘Heb je eigenlijk al een vrijer?‘ De ooms lachten, terwijl de tantes begonnen te vertellen over hun eigen uitzet.
Na drie weken had ik twee zegels in mijn boekje. Marlien had al meerdere verjaardagen bestek en kleine huishoudelijke apparaten cadeau gevraagd, en oma had al zegeltjesboekjes vol gespaard voor haar. Ik besloot dat ik een plan nodig had. Als oma alleen voor mij zou sparen zou het twee keer zo hard gaan, realiseerde ik me.
Na catechisatie liepen we het kerkzaaltje uit en bleven buiten napraten. Ik zorgde dat ik naast Christine stond. Christines verhalen verveelden me meestal maar vandaag had ik haar nodig. ‘Hoe staat het met de jongens?’ vroeg ik haar.
Christine begon vol vuur te praten over haar crush. Voordat ik het wist had ze op haar telefoon zijn facebookprofiel tevoorschijn gehaald. ‘Hij heeft een opgevoerde scooter en hij heeft me een keer achterop genomen!’ Ik knikte aanmoedigend. ‘En ik was best bang want ik had geen helm op.’
Eindelijk was iedereen vertrokken en waren we alleen. Het was tijd. ‘Weet je trouwens wat ik gehoord heb?’
‘Dat hij al een vriendin heeft? Dat is al lang uit, joh.’
‘Nee, niet over hem. Ik heb iets gehoord over Marlien.’ Toen ik haar naam uitsprak, hoorde ik weer de toon waarop ze mij had gevraagd of ik al eens gezoend had.
Ik deed alsof ik aarzelde. ‘Maar ik weet niet of ik je dit moet vertellen.’
‘Ik zal niks doorvertellen.’ Christine keek alsof ze zichzelf geloofde.
‘Marlien vertelde me dat ze al drie maanden niet ongesteld is geweest. Ze zei,’ fluisterde ik verder, ‘dat ze niet naar de dokter durft.’
‘Dus ze heeft hét gedaan?’
‘Ik denk het wel, anders hoeft ze toch niet naar de dokter? Niet verder vertellen, hè?’
‘Natuurlijk niet!’
Twee dagen na mijn gesprek met Christine hoorde ik het geroddel bij de bakker. Ik keek er niet van op dat Marlien diezelfde avond mijn slaapkamer binnenstormde. Ze schreeuwde: ‘Dus je hebt iedereen leugens over me verkocht! Waarom heb je dit gezegd? Mijn relatie was bijna uit. Ik moest hem een zwangerschapstest laten zien voordat hij me geloofde.’
‘Wat heb ik gezegd?’ Ik deed me rustiger voor dan ik me voelde.
‘Dat weet je best! Christine zei dat jij haar hebt verteld dat ik zwanger ben van drie jongens.’
‘Dat heb ik niet gezegd!’ ‘Christine is te stom om dit zelf te verzinnen. Ze heeft het van jou.’
‘Ik, ik was, ik’ Ik had geen idee wat ik wilde zeggen. ‘Ik hoorde het op school.’ zei ik maar. ‘Dat van die drie jongens heb ik nooit gezegd.’
‘Schijnheilige tuthola! Je bent gewoon jaloers omdat je nog nooit gezoend hebt.’
‘Het spijt me dat ik het doorverteld heb aan Christine. Als je wilt mag je de zegels hebben die oma voor me gespaard heeft.’ Ik stak haar het boekje toe.
‘Die paar rottige zegeltjes?’ Marlien keek nog steeds woedend. ‘Wat hebben die ermee te maken?’
Toen Marlien weg was, pakte ik het zegeltjesboekje op van de grond. Even bleef ik ermee in mijn handen staan. Daarna verscheurde ik het en gooide het in de prullenbak.