Stofzuigen kan altijd nog

Voordat mijn wereld een kijkdoos wordt

met crêpepapierbomen en velden van pluche,

herinnert een wattenstaafje mij

aan schildpadden met gekneusde neusgaten

walvisbekken met teenslippers en schepjes.

Ik verdwijn onder een deksel van vliegerpapier:

citroengele gloed over een luciferdoosje

voorbijgangers pauzeren, weten

hoe zij stadseenden moeten voeren,

kurkeiken niet vervangen voor eucalyptusbomen.

Ik schilder wanden met rabarberroze verf,

vind op zolder oma’s jurk voor gordijnen:

bloemenprint verzacht het uitzicht naar buiten.

Ik steek een parasolprikker in het luciferdoosje,

misschien dat iemand in mij blijft, weet

hoe je ijsblokjes bewaart in een papieren tasje.