‘Anders vertel ik iedereen dat je met Peter hebt gekust.’
Ik hoor moeder op de trap. Kom mijn kamer binnen, denk ik, please. Maar moeder loopt door naar de badkamer, ik hoor dat ze was uit de wasmachine haalt. Ik had met Peter afgesproken in de bosjes langs de fabriek. Eén kus zoals grote mensen deden, meer niet.
‘Ja of nee?’ Michel kijkt me aan. Moeder is nog steeds in de badkamer.
Ik durfde op het laatst toch niet meer. Peter kwam wel dichterbij staan maar ik draaide mijn wang naar hem toe en beet per ongeluk op mijn tong. Maar dat weet Michel dan weer niet.
‘Mariëlle heeft met Peter gekust!’ neuriet hij. ‘Naana na na na’.
Ik druk mijn hand op zijn mond. ‘Ssssst! Oké! Het is al goed.’ Ik geef Michel een duw. ‘Nu moet je naar huis. Rot Michel.’
‘Was het leuk?’ vraagt moeder tijdens het avondeten.
Ik heb geen honger. De spaghetti plakt in dikke slierten tegen elkaar. Ik ben bang dat iedereen op school het al weet.
‘Was het leuk?’ vraagt moeder weer. Ik kijk geschrokken naar een stukje groente op mijn bord. ‘Wat?’ Ik ben nu echt misselijk, misschien moet ik wel overgeven. Misschien ga ik wel dood en dan hoef ik nooit meer naar school. ‘Met Michel, natuurlijk!’ Vader, moeder en mijn zus beginnen te lachen. ‘Je bent helemaal op een andere planeet!’ roept moeder lachend. ‘En wij weten wel waarom!’ Ik smijt mijn lepel met spaghetti naar de andere kant van de keuken en ren de trap op.
‘Ze is verliefd,’ hoor ik mijn zus nog zeggen.
Ik duw mijn hoofd in het kussen. Ik haat Michel. Ik haat Peter. Ik haat mijn zus. Ik haat vader en moeder. Ik haat school. En ik haat de miniplaybackshow al helemaal.

Beeld voor Tijdschrift Ei

Maandagochtend tijdens het kringgesprek op school mag ik het zeggen. Moeder heeft net al staan smoezen met de juf. Ik ben misselijk. Michel zit hier niet eens op school, maar hij kent bijna alle jongens uit de klas. Peter gebaart dat ik naast hem moest komen zitten. ‘Mariëlle,’ roept hij als ik niet naar hem kijk. ‘Kom hier zitten!’ Ik kijk naar mijn schoenen.
David en Tim komen de klas binnen. ‘Peter, Mariëlle wil niet naast jou zitten!’ Er zit een sliert modder op de neus van mijn rechterschoen. ‘Peter de Betweter.’ Het is Tim. Zou Michel het al tegen ze gezegd hebben? Ze gaan aan de andere kant van de kring zitten.
‘Mariëlle, kom hier zitten!’ Tim houdt de stoel naast hem bezet met zijn handen. Ik rits mijn jas open en ga voor de zekerheid naast Tim zitten.
‘Mariëlle gaat jullie iets heel spannends vertellen!’ De juf klapt in haar handen en kijkt mij aan. De sliert modder doet me denken aan de spaghetti van gisteren. Die was echt vies. Ik wil slierten modder op mijn lepel draaien en het met een katapult naar Michel schieten als ik hem straks na school weer zie.
Iedereen kijkt naar mij. Ik zie Peter in mijn ooghoek. Ik kijk strak naar de juf. ‘Ik ga meedoen aan de miniplaybackshow.’ Ik heb het heel snel gezegd.
‘Wat?’ ‘Wat?’ vragen een paar klasgenoten.
‘Ja, jongens, Mariëlle gaat mee doen aan de miniplaybackshow! Volgende week komt ze al op televisie!’ Ik trek mijn mondhoeken omhoog. Buiten vliegt een bal over het schoolplein. Een duif landt op het speelrek.
‘Welk liedje ga je doen?’
‘“Best friend”, van Toy Box’
‘Met wie?’
‘Michel?’
‘Wow, gaaf!’ De klas begint te giebelen. De juf staat op en legt haar hand op mijn schouder. ‘Wat zal jij er veel zin in hebben!’ zegt ze. ‘Maar eerst,’ ze fluit als een schapenherder tussen haar tanden, ‘eerst gaan we rekenen.’

Mijn tante naait de kostuums. Michels oudste zus doet de make-up. Moeder heeft het singeltje op repeat gezet. ‘He’s my best friend, best of all best friends. Do you have a best friend, too?’ Michel pakt mijn handen en we draaien rondjes door de keuken. ‘He tickles in my tummy, he’s so yummy yummy. Hey, you should get a best friend, too.’ We kennen de hele tekst. Na schooltijd repeteren we in de keuken, af en toe onderbroken door mijn tante die binnenkomt met een meetlint in haar handen.
Zaterdagmiddag wordt de show opgenomen. Michel knijpt in mijn handen als mijn moeder de auto parkeert. ‘Spannend!’ roept hij in mijn oor. Michels vader parkeert de auto naast die van ons. Iedereen moest mee. Michels zus voor de make-up, tante voor de kostuums, zussen als supporters, vaders voor het dragen van de zware tassen, moeder met de koelbox en een thermoskan. Bij de deur worden we opgewacht door een man in een zwart pak met een lijst in zijn hand. ‘Deelnemers?’ vraagt hij.
Ik kijk naar mijn moeder. ‘Michel en Mariëlle’ zegt ze. Haar stem slaat over. ‘Ze gaan “Best Friend” doen, van Toy Box.’ De man rolt zijn ogen over het papier in zijn handen. ‘Michel en Mariëlle’ zegt hij hardop. Hij maakt een kleine notitie en gebaart ons om door te lopen. ‘Lange gang door en dan naar rechts. Kleedkamer drie.’
‘Ik moet plassen.’ Ik kijk mijn tante aan. Zij kijkt mij ook aan, verbaasd.
‘Echt waar, schat? Je hebt net je kostuum aan!’ Ik heb buikpijn. Ik denk dat ik niet moet plassen maar ik weet het niet zeker.
‘Alleen nog de lippenstift.’ Michels zus duwt me op het bankje. ‘Niet bewegen,’ zegt ze. ‘Tuit je lippen eens?’ De rode stift ruikt naar fruitella.
Mijn moeder schenkt koffie in plastic bekertjes en deelt ze uit aan onze vaders. ‘Jij ook?’ Ze gebaart naar Michels moeder. ‘Nee hoor, dank je, Alice.’ Onder Michels ogen worden donkere lijntjes getrokken. ‘Dat moet als je op televisie komt, heeft te maken met de belichting en zo,’ legt zijn zus uit. Michel protesteert niet.
Een vrouw komt ons ophalen uit de kleedkamer. De familie moet een andere deur door, zij mogen in het publiek zitten. ‘Zal ik meelopen?’ Moeder knijpt in mijn schouder.
‘Nee hoor, mevrouw, u mag nu met de rest mee gaan.’ Moeder lijkt teleurgesteld. Ze duwt haar natte lippen stevig tegen mijn wang aan. ‘Kijk nou uit voor de make-up!’ roept Michels zus. Ze pakt razendsnel een kwast uit haar tas en strijkt ermee over de natte plek op mijn wang.
Michel en ik lopen achter de dame aan. We moeten een beetje rennen. Een man houdt een zware deur voor ons open en legt zijn vinger voor zijn lippen.

Op een feestje heb ik me een keer in de oude schuur achter de hooibalen verstopt. Telkens als de zoeker voorbij liep of in de buurt kwam, kneep ik mijn billen zo hard mogelijk samen. Ik moest vreselijk plassen. Mijn lippen perste ik zo hard op elkaar dat mijn losse tand uitviel en ik hem kon uitspugen in mijn hand. De zoeker had me toen nog niet gevonden. Met mijn vinger voelde ik het gat dat in mijn gebit ontstaan was. Een straaltje bloed liep langs mijn vinger. Ik perste mijn billen nog steeds zo hard mogelijk tegen elkaar. Ik kreeg er buikpijn van. Wel of niet naar de wc? Ik wilde mijn verstopplek niet verraden, als ik nu naar de wc zou gaan, zou ik in het volgende spelletje de zoeker moeten zijn. Dat wilde ik niet./span>

Michel houdt mijn hand vast. We staan achter dikke gordijnen. ‘Waarom huil je nou? Wat is er?’ vraagt Michel boos. ‘We moeten bijna!’
Hij tikt de dame aan. ‘Ze huilt’ meldt hij haar.
‘Oh. Wat is er?’ Ik weiger iets te zeggen. De man die de deur open heeft gehouden had die vinger toch op zijn lippen. De vrouw draait zich om en verdwijnt.
Moeder is uit het publiek gekomen en mag nu mee naar de plaats achter de gordijnen waar Michel nog steeds hard in mijn hand knijpt. De vrouw tikt me op mijn schouder. ‘Hier, je moeder’ zegt ze. Moeder wrijft door mijn pruik. Legt haar koude hand op mijn schouder.
‘Mama, ik wil niet,’ zeg ik zo zacht mogelijk.
‘Jawel, je wilt wel,’ zegt mijn moeder. Haar stem klinkt veel harder. Met haar mouw wrijft ze mijn wangen droog. Ze kijkt me aan ‘Je wilt dit heel graag, Mariëlle.’
Ik heb hakjes aan. Speciaal gekocht voor de show. Mijn tenen worden samengedrukt. Tussen mijn hiel en de schoen heeft mijn moeder een pleister geplakt. ‘Ssssst,’ zegt de man bij de deur. Hij houdt zijn vinger weer voor zijn lippen.
Alle camera’s zijn op ons gericht. ‘Nooit in de camera kijken,’ heeft de dame ons verteld. Ik kijk naar Michel. Michel kijkt naar Hennie Huisman. ‘Weten jullie nog een goede mop?’ vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. Ik heb mijn mondhoeken omhooggetrokken. ‘Laat je tanden zien als je lacht,’ had moeder gezegd. Ik laat mijn tanden zien.
‘Wie heeft jullie prachtige kostuums gemaakt?’ vraagt Hennie Huisman.
Hij kijkt me aan. ‘Mijn tante’ zeg ik.
‘Lusten jullie nog een snoepje?’
Michel knikt, ik schud.
‘Hier komen Michel en Mariëlle!’ kondigt Hennie Huisman aan, met “Best Friend”. Iedereen klapt.
‘Zeg, mag ik nog iets vragen, mooie dame?’ Ik kijk hem aan. ‘Is die leuke jongen daar jouw best friend?’ Hennie Huisman knipoogt.
Het was mijn idee geweest om te kussen met Peter. Ik wist zeker dat hij het leuk zou vinden. Vooral na dat stomme schoolkamp. Hij was de zoeker toen we verstoppertje aan het spelen waren, maar iedereen was terug naar het kamp gelopen. ’s Avonds moest de schoolleiding hem met zaklampen zoeken in het bos waar hij nog steeds verstoppertje aan het spelen was maar na urenlang nog steeds niemand had gevonden.
‘Ja, ik ben haar best friend’ zegt Michel. ‘En zij ook de mijne.’
Ik had tegen Michel moeten zeggen dat ik niet met Peter gekust had, dan zouden we ook niet moeten optreden. Maar misschien zou hij me dan een watje vinden. Of hij zou me niet geloven. Door de buikpijn voelt het alsof ik niet meer kan bewegen.

‘Have you ever been in love?’ Ik playback het eerste zinnetje mee. Met mijn vinger wijs ik van links naar rechts. Mijn rechterhand zet ik in mijn zij. Nu knipogen naar het publiek, had moeder me geleerd. Iedereen begint hard te klappen.
‘He’s my best friend, best of all best friends.’ Michel en ik springen, draaien, dansen en playbacken. Door de wisselende lichten op het podium lijkt mijn huid soms paars en soms groen of oranje. Ik ben een slang met buikpijn.
Mijn gezicht is nat. Michel pakt me vast en drukt met zijn arm mijn rug naar beneden. Ik buig. We buigen. Iedereen klapt. Paarse lichten schijnen in onze ogen, daarom kunnen we niet zien wie er in het publiek zit. Mijn benen en armen tintelen.
Peter werd huilend terug naar het kamp gebracht, waar iedereen allang marshmallows aan stokken boven het vuur hield.
Achter de gordijnen is het pikdonker. De dame heeft gezegd dat we hier even moeten wachten. Ik houd Michel stevig vast en krijg een warm gevoel in mijn buik. Ik denk aan de hooibalen waar ik me achter had verstopt. En de jeukende ogen die ik ervan kreeg. Ik denk aan Peter die werd uitgelachen en aan hoe het zal zijn als ik maandag weer op school ben. Ik wil niet plassen. Ik wil nooit meer plassen. Mijn buik voelt lekker zo. ‘Kom je maandag bij me spelen?’ fluister ik tegen Michel.

Maandag ren ik in de pauze als eerste het kleine schoolplein op. De klas volgt me. Iedereen wil weten hoe het was. Iedereen wil dicht bij me staan. ‘Mariëlle mag kiezen wat we gaan doen,’ zegt Tim. Ik heb geen zin om Peter te roepen. Die kijkt naar zijn boterham. ‘Ik heb zin in verstoppertje’ zeg ik. ‘En ik wil hem zijn.’