
Dit is column #6 van de wisselcolumns tussen Marjolein Takman en Jelko Arts. Afwisselend op Tijdschrift Ei en het Wintertuinblog schrijven en tekenen Jelko en Marjolein over het maakproces van hun chapbook. Jelko en Marjolein hebben gewisseld en dit is zijn eerste column op Ei. Lees hier Jelko’s laatste bijdrage en vind onder de column meer informatie.
Ik heb een nieuwe mijlpaal bereikt. Nog niet eerder sinds het begin van mijn chapbook zag mijn werkplek er zo onoverzichtelijk uit: mijn bureau is bedekt met stapels papier vol krabbels van wisselende kwaliteit en op ieder vel zit puntenslijpsel.
Tot een week geleden paste die chaos perfect bij hoe ik werkte. Ik was van teen tot kruin gevuld met stress, op mijn bureau zat een kwijlend, hijgend, gigantisch-groot-gegroeid monster van stress. Er moest namelijk nog één ding gebeuren: het pentekenen. Alle scènes waren klaar, de potloodtekeningen lagen er; ik hoefde het verhaal alleen nog maar in zwarte lijnen te trekken. Maar dat leek me een enorme klus. En ook een essentiële stap: zonder penlijnen kan geen enkele tekening worden gedrukt, dus zonder penlijnen bestond mijn verhaal niet.
Ik was uiteindelijk wel met die zwarte lijnen begonnen, maar dat was eigenlijk tegen beter weten in. Mijn planning was te krap, ik moest nog zoveel, ik was pas halverwege, ik bén pas halverwege, halverwege.
Dat was onzin. Ik keek niet goed.
Door het monster op mijn bureau zag ik niet hoeveel werk ik er al op had zitten.
Ik ben halverwege de laatste dertig procent het gehele maakproces. Ik weet niet welk percentage dat dan precies is, maar als ik naar dit balkje kijk, lijkt het toch echt op te schieten.
Er zitten gumresten in mijn mouw en dat is prima.