
T
ien glazen vitrinekasten, een houten honkbalknuppel en een handvol minuten. Meer heb ik niet nodig om te etaleren hoe groot de chaos in mijn bovenkamer is en hoeveel frustratie er bij mij door de aderen stroomt. Had ik maar kanker. Of aids. Was ik maar zwanger. Hoogzwanger. Alles is beter dan dit. Graag had ik gewild dat het negroïde meisje achter mij in de rij bij de pinautomaat naast de ingang van een drukbezochte supermarkt hier om de hoek mij gevraagd had wanneer ik voor het laatst oraal bevredigend ben. Het bleef stil en ongemakkelijk. Zonde. Iedere avond vraag ik mezelf af in welke houding ik de vorige avond in slaap ben gevallen. Alsof ik plotseling ben vergeten hoe ik moet liggen en slapen. In sommige delen van dit land noemen ze dit een milde vorm van Alzheimer. Het leven en hoe het er vandaag de dag uitziet, kent raakvlakken met de omgeving van locaties waar Alberto Stegeman en Peter R. de Vries laagopgeleid gespuis en andere nare mensen confronteren met het leed dat zij anderen hebben aangedaan; grijs, guur en onheilspellend. Wees de beste versie van jezelf, maar dan beter.
Dit is niet hoe het werkt. Dit is hoe níets van dit alles werkt. Kortom, werk aan de winkel. Waar te beginnen? Welk liedje was het dat je gisteren zong? Over een opvouwbaar zwembad van zestig meer breed, vijftig meter lang en drie meter diep. Zing dat nog eens? Alsjeblieft? Het klonk pakkend en vrolijk. Zou je alsjeblieft dat liedje nog eens willen zingen. Voor ons? Luister je wel? Je geeft mij op dit moment het gevoel dat je niet luistert. Stop met nagelbijten. Dat is vies. Niet chique. Nagelbijten is voor vrouwen. Kijk eens om je heen. Zie waar we zijn. Doe het. Nu is mijn vraag; is dit wat we in gedachten hadden? Oh man, dit is echt hopeloos. Zwijgen, nagelbijten en binnensmonds vloeken, is dat het enige dat je op dit moment kunt? Waar is de man die zei dat er over de gehele wereld maar twee soorten vrouwen bestaan? Vrouwen die aantrekkelijker en vrouwen die onaantrekkelijker zijn dan Linda de Mol. Fantastisch, toch? Wat hebben we die avond gelachen. Niemand snapt onze humor en manier van denken. Daar ligt onze kracht. Weet je nog toen de mannen in witte jassen ons een ander matras kwamen brengen en zeiden dat het niet een heel fijn matras was en dat jij toen zei dat je daar niet wakker van kon liggen? De mannen wisten voor een paar seconden niet wat te zeggen en of doen. Dat soort momenten mis ik, snap je? Lijden is universeel en er is werkelijk niets dat je níet kunt verwerken. Het enige dat we nog hebben is geduld en tijd. Voorlopig hebben we genoeg tijd, maar aan het creëren van geduld gaan we onze handen vol hebben.
Dikkertje Dap lapte tijdens het lappen van de ramen alle regels aan zijn laars en reageerde nogal verbaasd toen hij door zijn dwaze daden plotsklaps werd ontslagen door zijn baas.
Iedere ochtend vraag ik mezelf af hoe ik mijn lijf de vorige ochtend uit bed heb gekregen. Alsof ik plotseling niet meer weet wat discipline is. In sommige landen noemen ze dit een logisch gevolg van klimaatverandering. Betonschaar, drie peuters en een handvol minuten. Meer heb ik op dit moment niet nodig om te illustreren hoe verknipt mijn denken is. Touché. Betonschaar, knippen. Vandaar. Tijdens groepstherapie werd Petra Pisdamp in geuren en kleuren uitgelegd dat openbaar urineren niet is toegestaan. Ze schrok en hield het niet droog. Uren kruipen voorbij. De muren zijn wit en deuren grijs. Dit is niet wat ik gedachten had. Niemand had het ooit voor mogelijk gehouden dat dit is waar het zou eindigen. Van gezonde handen is nauwelijks nog sprake. Losse velletjes en bloedkorsten. Zou er iemand bestaan die bloedkorsten spaart? In een wereld waar Japanse porno als gangbaar wordt bestempeld, zouden we daar niet vreemd van mogen opkijken. Iemand zou zich eens in dat pornogenre moeten verdiepen, want wat die sushiboeren allemaal uitspoken is écht van de zotte.
We zijn waar we zijn en dat is spijtig. Ons was het beloofde land beloofd. Daar is niets van terechtgekomen en dat is iets wat we niet kunnen accepteren. Haat heeft ons verorbert en uitgekotst en ook dát is iets dat we niet kunnen accepteren. Sinds we hier zijn, zijn we enkel en alleen maar bezig geweest met alles dat niet kan. Nog steeds geef je mij het gevoel dat je niet naar mij wilt luisteren. Weet je wel dat ik de stem van menselijke redelijkheid ben? Enkele jaren geleden fluisterde ik je nog toe dat het niet verstandig was om in zee te gaan met je wensen en behoeften. Luisteren deed je niet. Net als nu. Kijk om je heen. Zie wat en waar het ons gebracht heeft. Mijn vraag aan jou; hoe voelt dit? Apart? Vreemd? Koud, kil en guur? Het maakt allang niet meer uit wie of wat we zijn. Waarom willen ze hier ons niet iets geven tegen de immense hoofdpijn? Waarom kijken ze niet om naar ons lijden? Dat is toch vreemd? Misschien moeten we gillen. Ze zeiden ons toch dat we een gil moesten geven als we iets nodig hadden? Laten we gillen tot onze stembanden de vernieling in zijn geholpen. Masturberen? Zullen we? Even tot onszelf komen. Sorry voor mijn woordkeus. Een excuus voor mijn bestaan is hier op zijn plaats. Plek? Ach, details. Trouwens, ik heb iets bedacht. Wist je trouwens dat als je rauwkost uitkotst je dan rauwe kots hebt? Rauwkost, rauwkots.
Goed. Voor een laatste keer wil ik het er met ons over hebben. Wat bezielt ons? Christus. Niemand kan omschrijven waar wij allemaal toe in staat zijn. Erewoord. Eén verwarde man. Het complot van de gekken berust op gestroomlijnde argumenten en knotsgekke willekeur. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat we geen deel meer uitmaken van de maatschappij. Moeten we nu alweer plassen? Je luistert niet. Waarom luister je niet? We hebben verloren. Bejaarden denken dat pinautomaten openbare spelcomputers zijn. Ze nemen niet alle tijd. Neen, ze proberen het volgende level te bereiken! Aziaten vinden alles de moeite waard om met camera vast te leggen. Weet je wat ik denk? Stiekem? Stiekem denk ik dat we niet los zouden mogen lopen. Een masseur met losse handjes. Wacht. Dat is toch juist een goed iets? Ach, laat gaan. Net wat ik eerder ook al dacht; niemand is in staat om een ander duidelijk te maken waartoe wij in staat zijn. Praatgroep voor mensen met hardnekkige dwangneuroses: ‘Welkom iedereen, zou iedereen zijn schoenen uit willen trekken, drie keer willen kuchen, twee keer in de handen willen klappen, naar links en dan naar rechts willen kijken en met mij wachten tot de grote wijzer op de twaalf staat? Eerder kunnen we niet beginnen. Echt niet.’
Vergeet alles wat je weet en vergeet alles dat je denkt te weten. Hier heb je niets aan kennis. Niemand spreken, niemand zien. Het liefst voor altijd. Dat is het devies. Ademen buiten deze vier witte muren boezemt mij angst in. Alsof ik nergens thuishoor. Laten we het er niet meer over hebben. Gedane zaken nemen namelijk geen keer. Wat was ik in godsnaam denkende? Zittend plassen. Dat bestond al, maar plassend zitten? Nee, daar had eerder nog nooit iemand van gehoord of überhaupt aan gedacht. Hopelijk is de wereld buiten deze vier witte muren van mening dat ik een pionier ben op het gebied van vrij urineren. Een uitvinder. Iemand die de fundering rondom de vrijheid van plashouding op zijn grondvesten heeft doen laten schudden.
“De man in de spiegel. Hij vertrekt geen spier. Het heeft geen nut om te jagen op antwoorden. Zittend plassen of plassend zitten? Hij ziet geen verschil. Wijs hem de weg naar huis en rust. Hij is wie hij is en doet wat niet hoort. Geen concessies. Voor hem was het leven dragelijker geweest als hij in een eerder stadium was misbruikt of verkracht. Althans, dat is wat hij denkt wanneer iemand hem weer eens zegt dat het niet goed is wat hij doet. Was dit het dan? Vermoedelijk wel. De muren blijven wit, deuren grijs en een matras dat harder is dan het regime van Kim Jong Un. Van dat laatste ligt hij overigens niet wakker.”