(1)
Vannacht bleek mijn moeder gek te zijn:
daadkrachtig ruilde ze me voor een roze hond
die naast haar zat en van mijn bord mocht eten
mijn paardendeken en mijn knuffel in zijn mand had.
Die hapjes kreeg als hij zijn bak niet leegat
en brokken voor het blaffen als hij ’s nachts wat hoorde.
Ik keek naar binnen en ik zag de roze hond
uitbuiken op de bank, de ogen sluiten.

(2)
Een moeder hoort te zijn zoals ze is
behalve als ze vergeet dat ze een kind heeft.
Dan mag er iets kleins aan haar worden veranderd
mag iemand iets in haar hoofd aandraaien
terwijl het kind over een schouder meekijkt
stop zegt als het herkenning ziet.
Als mama roept, laat ik haar zoeken.