Gedachtedraadjes hangen in mijn hoofd, het is er donker. Ze zweven op zoek naar een aanknopingspunt. En dan, eenmaal verbonden, bedenk ik me hoe het vastgeknoopte toch eigenlijk weer los moet, al is die gedachte ook maar een draadje dat zweeft op zoek naar een aanknopingspunt.

Gedachten zijn niet werkelijk draadjes toch? Het brein werkt niet zo, ik weet het, ondanks de kluwen, de warboel, ondanks de steekjes los. Ik weet ook dat dit alles kleurt of verbleekt bij de aanraking van de ander, als we op de bank zitten bijvoorbeeld. Soms bloost het door onze wangen heen naar buiten. Schuchter erkennen we: al dat denken heeft geen zin. Inderdaad, daar gaat het helemaal niet om.

En dan weer, als de aanraking voorbij is, of erger nog, als we eraan gewend zijn, gaan de draadjes, alsof ze wel bestaan, weer bewegen: ze krullen zich op, rekken zich uit, ze waaien, ze stormen, trillen soms dusdanig dat het hele lichaam ervan schokt.

En ik zeg nog zo tegen mijn brein – mijn brein zegt tegen mijn brein: hou je kop. Daar hebben we niet van terug. Het brein dat over zichzelf nadenkt: een eindeloos Drosteblik.

De ander kijkt me aan – ja, met háár eindeloze drosteblik. Wat moeten we nu? We raken elkaar aan, kijken of dat helpt, stil maar gedachten, ga maar liggen.

‘Ik wil je een verhaal voorlezen,’ fluistert ze. ‘Oké.’ Ze leest voor. Gedachtedraadjes van een ander. In woorden komen ze binnen, in de zinnen, spaties, pauzes en komma’s en na de laatste punt, zoekt een hand een hand die een hand zoekt. We blozen.


Door Bram de Ridder, ter introductie van #75 van Tijdschrift Ei, een nummer dat wervelt van gedachten, emoties en spinsels. Deze editie werd gemaakt door: Eva Disselhoff, Fannah Palmer, Elisa Verkoelen, Arin Koreman, Cleo Berenbroek, Maite Vanhellemont, Rikkert Kuijper en Bram de Ridder. Waarschuwing: dit nummer bevat enkele bijdragen met expliciete inhoud die ontregelend kunnen zijn voor mensen die kampen met seksuele traumata en/of suïcidaliteit.