De feestdagen zitten er weer op, vol feestvreugde, familiedrama’s, opgehaalde herinneringen en grote hoeveelheden drank. En wat helpt er nou beter tegen de kater van de feestdagen dan een rauw Ei.

Bruine cafés, de geur van verschaald bier, gasten van wie de barman al precies weet welke drank ze tot zich willen nemen en welke verhalen er vervolgens uit hen zullen vloeien. Dit is de sfeer die je kunt verwachten in dit 62ste nummer van Tijdschrift Ei: Bier, spijt en tatoeages. Rauwe, ietwat pijnlijke taferelen en herinneringen, die tegelijkertijd een verbazingwekkende aantrekkingskracht kennen.

Is het toeval dat veel jonge, hippe mensen plotseling zo gecharmeerd zijn van duistere, bruine cafés? Dat ruïnes met hun esthetiek van vergane glorie het zo goed doen als achtergrond voor selfies? Wat is het precies dat deze aantrekkingskracht veroorzaakt? Natuurlijk, het contrast van je eigen perfecte leventje afgetekend tegen een rafelige achtergrond werkt goed. Maar de charme die uitgaat van deze rauwheid is veel krachtiger, het heeft een intrinsieke waarde. Grote schoonheid is te vinden in de imperfecties. Een wit vel papier of een perfect ingekleurde tekening zullen niet snel iemand in vervoering brengen. Het is het persoonlijke, de herinneringen en de tekeningen des levens die in het gezicht gegroefd, op het lijf geschreven met tatoeage-inkt, of op papier neergepend, ons weten te raken. Tegenover de kunstmatige perfectie, staat de imperfectie in al zijn schoonheid en echtheid, vol leven. Want dat is waar het uiteindelijk over gaat: leven.

De verhalen in deze editie ademen leven. In Oorlelletjes en witte muren geeft Lies Gallez in korte snapshots een kijkje in de inrichting waar binnen de troosteloze muren bijzonder contact ontstaat. De pijn van Pippie in Blootje van Alexandra van Houcke grijpt je aan terwijl je tegelijkertijd ontroerd wordt door de liefdevolle relatie met haar vader. Merel de Haan maakte hier een pakkende illustratie bij. De rauwe sfeer van het bruine café doet zijn intrede in Cafepraat van Luuk van der Einden, waar de binnenkomst van een jong stel de gesprekken over heimwee doet verstommen.

En natuurlijk kunnen in dit nummer tatoeages niet ontbreken. Maar de twee tatoeagekunstenaars die in Bier, spijt en tatoeages hun werken laten zien vallen niet in het standaardplaatje, ze benadrukken de artisticiteit en de schoonheid van dit veelal harde ‘genre’. In de subtiele, haast poëtische tatoeages van Elkse (Meester Prikkebeen) kun je de halmen haast horen ruisen, terwijl Quint in zijn tattoos bizarre beesten ten tonele brengt en in geometrische vormen en patronen mensen, dieren en objecten laat samensmelten.

Tijdschrift Ei nummer 62 werd gemaakt door de redactieleden Cleo Berenbroek, Eva Disselhoff, Arin Koreman, Max Urai, Kim Blekkenhorst en Tim Bongaerts.