Het is 5 januari 2018. Mijn nicht daagt me uit om de komende 30 dagen mijn smartphone links te laten liggen. Ik besluit het een kans te geven. Zo vergroeid ben ik immers niet met mijn telefoon – toch?

Je raadt het al: dat valt dus behoorlijk tegen. Ik merk dat ik absurd vaak de neiging heb om het ding te pakken. Op elk loos moment blijft mijn rechterhand confronterend naast mijn jaszak zweven. In de rij voor de kassa. Als ik in de bus zit. Bij het stoplicht dat op rood staat. Als ik me ongemakkelijk voel in sociale situaties. Met een vreemde in de lift, op een feestje in mijn eentje: ik wil mijn telefoon. Die smartphone blijkt meer dan een apparaat. Mijn Sony is een middel om de normale wereld te ontwijken. Omdat die soms saai is, langzaam gaat, ongemakkelijk voelt. Het is alsof ik mijn hoofd 24/7 bezig wil houden.

Dit gaat wat mij betreft hand in hand met het altijd maar dóór willen gaan dat millennials of Generation Y soms zo lijkt te typeren. Méér appen, méér foto’s bekijken, méér delen, méér feestjes, hobby’s, uitjes, reizen, vrijwilligersbaantjes, meermeermeermeer.
Stop.
Kijk eens omhoog. Richt je blik op van die telefoon. Want wij bewegen ons niet alleen door de wereld; de wereld beweegt zich ook om ons heen. 

Kunstenaars lijken dat als geen ander te snappen. Ze kunnen ons op dingen wijzen die we gewoonlijk zomaar voorbijzoeven. In dit nummer van Ei heeft elke bijdrage iets van doen met maar doorgaan, of juist met stoppen. Wachten, rusten en observeren – dat kunnen deze creatievelingen absoluut.

Martina Kovacevic kruipt duidelijk niet weg achter haar telefoon; ze is opmerkzaam als geen ander. Haar ogen lijken er 24/7 op ingesteld te zijn om perfecte momenten te vangen met haar camera. Minuet toont het resultaat.

In het videokunstwerk Swipe nature visualiseert Renée van Trier de vervreemding die we als ‘homo digitalis’ kunnen ervaren als het gaat om de natuur. Dat behoeft verder geen uitleg. Kijk, en je snapt het.

Herkenbaarheid en vervreemding: Oscar Spaans verbindt ze in het korte verhaal Losse vlodders, over een jongen die naar het feestje gaat van een meisje dat al veel te lang door zijn hoofd spookt. Jip van der Toorn combineerde potlood, photoshop en haar oog voor detail om Spaans verhaal te vangen in een sterk beeld.

De poëzie van Jean-Paul Rosenberg bekritiseert het moderne-mens-zijn. Haast vanuit het perspectief van een buitenstaander. Meeslepend, mooi, en ook confronterend. Cleo Berenbroek maakte een illustratie bij zijn vijf gedichten die even fragmentarisch als compleet oogt.

In Bart Smouts korte verhaal Wolven volgen we een man die profiteert van wat hij vreest. Smout laat zien wat er gebeurt als te veel om je heen kijkt en zo vergeet om kritisch naar jezelf te kijken. Robin Streppel verzorgde clean, strak beeld bij de tekst.

De protagonist in Rugvet van Jos Rouw komt in de knel door zijn net iets té scherpe observaties. Sam Ballet ving het verhaal in al even scherpe illustraties.

Ik zou zeggen: zet die telefoon uit, klap je laptop open en geniet van Editie #60: 24/7.

Tijdschrift Ei nummer 60 werd gemaakt door de redactieleden Cleo Berenbroek, Suzan Enzerink, Arin Koreman, Tova Lindt, Max Urai, Annosh Urbanke en Eva Disselhoff.