Bob Mollema

kookboeken van een verwarde man

in het kookboek kannibalen vindt
hij het vrijdagmaal en een goed recept
voor een salade te bereiden met huzaren

in dat voor anarchisten leest hij
met rode oortjes over kogelvis
en knolamaniet

over het fermenteren van zendeling
en missiepater in het kookboek van
een anonieme alleseter

die overleven tot kunst verheft en
de kok als god aanbidt voor iets
dat zelfs een varken nog niet zal verteren

vrouw met getatoeëerde chihuahua

in het gebruik van naald en kleuren
herken ik de meesterhand van hoshi
en ook de klare lijn van georges remi

de dame gaat in kattenpak met tijgerprint
haren opgeschoren in haar nek
zij is van een andere wereld zonder naam

zij is lang en lenig, graatmager en wat benig
in het te strakke kattenpak met tijgerprint
stralen ogen achter ruitjes dofgeworden micaglas

een man met een roestige castratenstem
bezingt in fraaie woorden tijden van weleer

sprookje

koning karmozijn houdt van zijn helleveeg
zij van drambuie, armagnac en doberman
spreekstalman in een verlopen circustent

geen haan die kraait op de mestvaalt
waar zij in ontucht wentelen aangestaard
door onwettig kindertal op pad gestuurd

met bedelnap en de zegen van hun ouders
krolse klerikalen gedropen priesters nonnen
die het met kosters doen en met prelaten