Eén hand om al je hoofden te dragen.
Hoeveel heb je er vandaag verloren?
Ze slijten snel, als de naalden van een pathefoon.

Handen gaan langer mee –
de frater zonder duim en wijsvinger staat nóg te zwaaien
naar het meisje dat hij leerde schrijven op perkament.

De oude tuinman schoffelt de kleigrond van je herinnering,
zijn knokkels donker als brandplekken van de zon op bramenblad.

Je ziet de handen van vriendinnen langzaam veranderen
in die van je moeder. Je oma stopt de hare het liefst onder tafel.

De gebaren van geliefden leiden de parade in je hoofd.
Je denkt: als ik een raam was, zat ik onder de vette afdrukken.
Daar glimlach je om terwijl je je nagels lakt.

Dagenlang tuur je naar de krimpende continenten op je vingertoppen.
Je stopt je handen weg wanneer iemand anders meekijkt,

vangt je hoofd op als het weer eens valt.

In een vorig leven was je een kind van bakeliet.
Je draaide lp’s, had een plaktatoeage op je handpalm: een witte vis.

Nu ben je zelf een tekening op een hand van licht,
een hand die zich om jou sluit
omdat je brandt als een jong litteken.

illustratie Joren Joshua bij tekst Ineke Riem