De eenzame vrienden

Als ik grijs ben en mijn tanden zijn ontsnapt,
sluit ik de ramen tot ik vergeet wanneer
het zomer is. Ik droom
van carrousels met zeven paarden.
Naast me staat de kom van een vis
die ik mijn vriend noem. Ik verbeeld me
dat ik ook een vriend van hem ben.
Als een stervende appel zal ik langzaam
verschrompelen. Ik kan haast
niet wachten tot mijn winter.

Illustratie Lisa-Marie van Barneveld

Deze gaat over jou

Je huid was van glas en je beefde
bijna tot je brak
toen het zo koud was
dat zelfs mijn handen zwegen.

Weet je nog dat je met je ogen dichtgevroren
rondjes om de vijver liep?
Alsof de warmte eruit zou sijpelen
als je hem niet bleef omcirkelen.

Ik weet nog dat ik binnen
door het raam naar je bleef kijken, wetend
dat de vijver niet te redden was
en je rondjes niet kon dragen.

Nachtelijke omzwervingen

Jij was bang voor anders, ik was bang
dat het voor altijd zo zou blijven
Het leek net echt, wat we zeiden
met onze ogen stijf gesloten
om de woorden niet te zien,
je kapotte knokkels voelde ik door
het donker heen
(soms nog steeds, als ik slaapwandel)
Je lichaam ken ik nog, maar je gezicht
ben ik vergeten