Eline Veenema

De BNS
Ik, in verwachting, bekijk een beeldfragment met een BNS, een Bekend Nederlands Schrijfster. Ze staat in een uitgestrekt landschap en tuurt naar een rivier. Daar ziet ze een schip met een hoop vracht erop voorbijkomen.
Even terzijde, ‘BN’er’ is natuurlijk net zo fout als ‘NIPT-test’ of ‘BAM-moeder’, maar dat, zoals gezegd, terzijde.
Ze doet een observatie, de BNS, die zo uit een van haar boeken had kunnen komen.
Die komt, voor de volledigheid, ook uit een van haar boeken, toevallig weet ik dat, want ik heb het gelezen.
Ze zegt dat het geen wonder is dat dit land zo plat is als de bergen worden weggevoerd.
Ik vind: BNS, dat kan je niet weten, want je staat er te ver vandaan.
De BNS geniet, aan haar blik en glimlach af te lezen – bijna zelfgenoegzaam als je het mij vraagt – van het feit dat de loop der dingen als het ware spontaan getuigenis aflegt van haar kunde.
Ik verwijt haar dat ze een loopje met de waarheid neemt, dat ze de opgave om die concreet, simpel en op het juiste moment te spreken niet serieus neemt – had de BNS dat niet ook zelf pas in een ander interview tussen de regels door opgebiecht?
Ik ga op zoek, factcheck me een muisarm.
Het is nergens terug te vinden.

Priapus
De afgelopen maanden was het ploegen.
Nu is je terrein klaar voor een late, rijpe lente.
Je dagen waren van stro.
Nu rijg je ze aaneen.
Je bindt ze aan een houten kruisfiguur, je plant hem in de grond en zegt: ‘Zo’ – en
daar staat Priapus in zijn nieuwste gestalte.