Als ze met grote woorden spreekt, knippert ze vaker met haar ogen dan wanneer ze kort van stof is en niet de behoefte voelt om spraakzaam te zijn. Ze heeft de bouw van een norse vogelverschrikker en spreekt nooit met twee woorden. Wie ze werkelijk is, laat ze niemand zien. Turquoise is niet mijn favoriete kleur, maar wel mijn meest favoriete kleurennaam. Soms heb ik halve erecties. Soms zwaai ik naar lantaarnpalen en soms kijk ik boos naar stoplichten. Huilen doe ik zelden. Of ik een genie ben? Ja, ik denk het wel. Geen van mijn hersencellen weet zich een houding te geven, wanneer de dame met de perfecte navel, flaporen en onbehaarde kin in mijn dagdromen het podium betreedt. In mijn vrije tijd trommel ik graag met stukjes afgeknipte nagels op mijn salontafel en wijs ik verdwaalde wielertoeristen met opzet de verkeerde route richting een toeristische trekpleister. Tegenwoordig raak ik niet meer opgewonden van lange vrouwen die op sierlijke wijze aan hun enkels krabben. Harde tepels, zachte hoofdkussens. Laat mij met rust of vraag mij te vertrekken. Ze valt op mannen met brede armen, losse handjes en een korte concentratieboog. Zelden valt ze op mannen die zich niet begrepen voelen door hun omgeving en naakt zijn. Als een brandweerman geen man meer wil zijn, dan is hij simpelweg alleen nog maar brandweer.

Of ik weleens zweet en trek heb in confrontaties met de mensen in mijn omgeving? Ja, ik zweet weleens en ja, ik heb wel eens trek in confrontaties met de mensen in mijn omgeving. In plaats van naar de verhalen van de altijd norse vogelverschrikker te luisteren, bewerk ik mijn gezicht liever met een vilstift en een stomp voorwerp. Een mens kan niet alles hebben. Net als dieren. Dieren kunnen immers ook niet alles hebben. Daar zijn het namelijk dieren voor. In mijn leven is te weinig personeel aanwezig om de liefde te bedrijven. Of ik iedere ochtend huilend en lachend tegelijk over mijn handen urineer in de hoop dat ik later die dag de ware de hand zal schudden? Ja, iedere ochtend. ’s Avonds ook, maar dat maakt deel uit van een ander naamloos ritueel en is op dit moment totaal niet relevant. Als je iemand kunt leren kennen, kun je dan ook iemand leren ontkennen?

Soms zitten we vast en weten we niet hoe we ons los moeten rukken. Net als de gordijnen in mijn dagdromen.

Suïcidaliteit. Wat is suïcidaliteit? Suïcidaliteit is het enige passende antwoord op de vraag waarom er in dit huishouden geen touwen, verlengsnoeren of andere attributen aanwezig zijn. Mijn omgeving heeft mij verlaten wegens het feit dat ik al tweemaal gefaald heb in het vroegtijdig beëindigen van mijn eigen leven. De drang om te vetrekken naar het gedroomde paradijs in mijn dagdromen is dermate sterk aanwezig dat het leven van nu mij absoluut niet meer kan beroeren. Mijn ego is groot. Té groot. Mijn penis is klein van stuk en zelden in voor een stoeipartij. Ooit was ik het niet eens met de grootte van mijn tepels en daarom heb ik op mijn zestiende verjaardag gepoogd deze uit te knijpen met behulp van een baksteen en dakpan. Zelden kan iemand mij volgen als ik verdwaald rondloop door mijn gedachtegangen. Als het paradijs mij wacht, waarom zou ik dan nu nog iedere dag moeten strijden voor een maaltijd en een glimlach van het kassameisje? Of ik weet hoe het is om perfect te zijn? Ja, dat weet ik helaas maar al te goed. Het is waanzinnig om perfect te zijn. Erewoord.

Het liefst streel ik met mijn ene hand mijn gezicht, terwijl ik met behulp van mijn andere hand voorzichtig een balpen in mijn achterste heen en weer laat gaan. Hopelijk is daar in de toekomst meer tijd voor. We verliezen ons te veel in dingen die we nodig denken te hebben en concentreren ons zelden op wat we werkelijk nodig hebben. Erewoord. Hopelijk is er in de toekomst óók meer tijd voor het staren naar vrouwen met een groot, glanzend voorhoofd, blonde haren en kleine borsten. Dat soort vrouwen zijn schaars en dat doet op momenten dat ik mezelf insmeer met de uitwerpselen van de kat van de lesbische buurvrouw veel pijn. We moeten accepteren dat niemand weet wat goed voor de ander is.

Zij die het meer dan goed voor elkaar lijken te hebben, confronteren ons dagelijks met foto’s en video’s van werelden die voor ons als simpele zielen onbereikbaar zijn. Gouden paleizen, parelwitte stranden en zonlicht. Glimlachende familieleden, huisdieren die gehoorzaam zijn en warme maaltijden. Sieraden, grote auto’s, vrouwen wier neusgaten ovaal van vorm zijn en tuinen zo groot als kleine naties. We verbergen onze terechte jaloezie achter onmenselijke verwensingen aan het adres van hen die het zoveel beter hebben dan wij. Zij die gelukkig en tevreden lijken, zijn dit vaak niet. Zij die perfect lijken, zijn dit vaak niet. Wanneer dit voorbij is, verheug ik mij het meest op nieuwe problemen. Problemen waar ik voorheen nog nooit maar een seconde aan durfde te denken. Binnen nu en honderd jaar wil ik mij druk kunnen maken over de staat van mijn gebit en hopelijk heb ik binnen nu en honderd jaar ruimte in mijn budget voor het professioneel laten bleken van mijn anus, want de prijs van bleekmiddel blijft alsmaar stijgen en ik weet simpelweg niet hoelang ik het bleken van mijn eigen anus nog kan bekostigen.

Of ik in staat ben om te moorden? Nee, absoluut niet. Het zit niet in mij anderen het leven af te nemen. Enge ziektes en paarse ballonnen. Rode badlakens en zwarte badpakken. In de afgelopen jaren is het mij steeds gelukt om de schoonheid van mijn eigen lijden in te zien. Op ieder moment van de dag is er ergens op de wereld wel iemand te vinden die het zwaarder te verduren heeft dan ik. Hier mag ik echter van mezelf niet aan denken, want anderen doen er in mijn leven zelden toe. Het helpt niemand als ik aan het lijden van anderen denk. Wanneer mijn kleine handen door haar pas gewassen goudgele haren glijden en ik de vele oneffenheden in haar gezicht tel, dan denk ik vaak aan plekken waar ik op dat moment veel liever had willen zijn. Op het dak van een scheve toren, naast de miljoenen kleine stofdeeltjes onder het bed, in een limousine met een glas champagne in mijn rechterhand of in de armen van een huilende, terminale tiener zonder haar. Hardnekkige jeuk op plekken waar ik bij kan. Daar maakt men mij dolgelukkig mee.

Ze laat mij niet meer haar bezwete oksels drooglikken en ze laat mij ook niet meer naar haar kijken wanneer ze het gevecht tegen de tranen verliest. Vroeger mocht dit dagelijks en deed ik dat met veel plezier. Ze vindt mij hierom een freak. Een freak, die niet van alledaagse dingen en pasgeboren lammetjes houdt en zich daar bewust van is. Een freak, omdat ik van onalledaagse dingen opgewonden en spraakzaam raak. In een periode hier niet zo heel erg ver vandaan accepteert men mijn interesses en passies.  De heteroseksueel in mij vindt het lastig om met de aseksueel in mij in gesprek te gaan en dat te blijven. Of het mij zwaar valt dat ik onlangs mijn geluk met een heel mensenleven heb moeten uitstellen? Ja, zoiets valt mij zwaar. Het had zo mooi kunnen zijn. Iedere dag confronteer ik mezelf met mijn gebrek aan tekortkomingen en fantaseer ik over passievolle seks met mijn enige nog in levende tante. De tante die vorig jaar plotseling overleed en waar ik geen passend afscheid van heb kunnen nemen, had een donkerbruine moedervlek in de vorm van een hartje naast haar flink behaarde anus. De opvoeding die ik in een heel ver en donker verleden genoten heb, is anders dan die van anderen en dat is waarom ik zo anders ben dan anderen. Mijn vader dacht dat opvoeden een contactsport was.

Vergeet de oude realiteit en accepteer een nieuwe, namelijk, die van nu. Alleen in een heel groot huis met daaromheen landgoed dat in bloei staat. Er is een hond en die hond blaft veel en vaak. Naast het huis vindt men een heel groot zwembad. In het dorp naast het landgoed vindt men het zwembad een wanstaltig stukje architectuur. Op de bodem van het zwembad liggen ongeslepen diamanten, peperdure horloges en foto’s van familieleden die niet meer leven. In bijna iedere ruimte van het huis hangen schilderijen van onbehaarde vrouwennavels en ingelijste posters van huilende, naakte vrouwen. Het huis telt zeven slaapkamers en vier badkamers. Zowel doordeweeks als in het weekend is er niemand in het huis welkom. Een tot de nok toe gevulde koelkast in de keuken en een tot in detail ingerichte supermarkt in de kelder. Legendes zeggen dat het huis vroeger bewoond werd door de geest van Napoleon of een ander historisch figuur. Bewijs dat er ooit geesten in het huis hebben rondgewaard is schaars en ietwat onbetrouwbaar. Wanneer langdurige regenbuien en windvlagen het landgoed en huis bestormen, worden de ramen en deuren wijd opengezet. Gordijnen doen vervolgens verwoede pogingen om het huis te ontvluchten, maar falen hierin. Soms willen we vertrekken, maar lukt het ons niet. Soms zitten we vast en weten we niet hoe we ons los moeten rukken. Net als de gordijnen in mijn dagdromen.

In de werkelijkheid heeft lijden en eenzaamheid mijn voorkeur. Lijden en eenzaamheid stellen mij namelijk in staat te improviseren. Het is voor mij onmogelijk om schoonheid te zien. De vogelverschrikker is vertrokken en is niet van plan terug te keren naar het beeldige landgoed in mijn dagdromen. Vroeg of laat zal perfectie gaan vervelen. Waar gaan we heen en wat gaan we doen als we niets meer te winnen hebben? Schil de aardappelen, snijd de kip in stukken en breng een scheutje olie aan in de pan. Breng een halve liter water aan de kook, slijp de messen en zwaai vriendelijk naar iedereen die niet begrijpt dat psychische problemen niet als sneeuw voor de zon verdwijnen als voor een paar uren per dag de zon schijnt. Dat is niet hoe het werkt. Dat is hoe niets van dit alles werkt. Onder de radar. Daar wil ik zijn. Een plek waar alles wat ik voel, denk en zeg geen probleem voor anderen is. Het huis met daaromheen het in bloei staande landgoed en het grote zwembad is voor mij de enige plek waar ik heen kan. Het bevindt zich in een land dat niet bestaat.