vogelmelk
ik vroeg de aarde mij te laten gaan
naar daar waar de wind zich vormt
en boomtoppen elkaar ontmoeten
naar het licht dat alleen
de ochtend bewoont
en het kleine sterven van de dag
maar de aarde
zei niets
en de wind
die waaide
gebed
ik wil de dans zijn
de duisternis vermoeien
stampen tot de aarde terug praat
huilen tot een rivier zich vormt
ik wil rennen tot mijn voeten bloeden
de winter omarmen met mijn hart
achteloos de wereld achter laten, en
de zee beroeren met mijn huid
laat de hemel zich maar kenbaar maken
de zwarte grond haarzelf bevruchten
waarin mijn angsten mogen rotten
zichzelf verteren,
tot ze leven baart

schaduw water
vanavond hoorde ik
de avondwolken lokken
het pad volgend
waar al klevend van teveel herinneringen
bloed in mijn longen kwam
en lucht uit mijn hart
levend op zeewind
en van binnen
een schreeuw